zondag 16 februari 2014

Personages in 'real-life'




Doorgaans durft men het personage Emile Binenbaum, de dichter, te vergelijken met de schrijver Tim Krabbé zelf. Net zoals Emile heeft hij één werk geschreven dat veel roem kent, namelijk Het Gouden Ei’. De andere werken van beide auteurs worden overschaduwd door dit ene succesnummer. Bovendien zit er geen ontwikkeling in de dichter Emile die aan het einde zelfs toegeeft dat hij geen groot dichter is. Kunnen we dit misschien beschouwen als een toegeving van Krabbé die met het boek ook zijn teruggetrokken leven van de laatste jaren expliqueert? Of is het eerder een frustratie van wat literatuur hoort te zijn? De protagonist Emile heeft immers een zeer uitgesproken mening over de boeken van zijn vriend Reiff.

 




Het personage Willem Reiff, een succesvolle schrijver, kan enerzijds gezien worden als een afspiegeling van de schrijver Van Dis of A.F.Th van der Heijden volgens Max Pam (zie bericht ‘Recensent aan het woord’). Anderzijds ziet hij ook een afsplitsing van Krabbé in dit personage, meer bepaald de Krabbé van de succesvolle boeken die worden vertaald en zelfs verfilmd.

Marte Jacobs is op haar beurt de ‘Muze’ van de twee schrijvers. Geïnspireerd door haar hebben ze elk iets uitgegeven: Emile droeg zijn gedicht ‘Pasgeboren Girafje’ (zie bericht ‘Pasgeboren Girafje’) op aan haar, Reiffs boek ‘Een meisje uit mijn Jeugd’ ging over het meisje met de initialen MJ (Marte Jacobs).



Linked



Dit is een persoonlijke site van de schrijver Tim Krabbé zelf. Een korte autobiografie vind je er op terug, samen met een bibliografie. Daarnaast verwijst hij zelf naar zijn schaaksite. Deze site is zeker de moeite waard, al oogt het zeer simplistisch en eenvoudig.
 
Dit is een recensie, geschreven door Max Pam, een Nederlandse journalist. Hij reikte ieder jaar de ‘Max Pam ‘Award’ uit voor het beste boek in samenwerking met ‘HP/De Tijd’.
 
In ‘De Volkskrant’ schreef Arjan Peeters een recensie van het boek ‘Marte Jacobs, die zeker een bezoekje waard is. Het einde wordt echter wel al deels verklapt. (Dus voor degene die het boek nog moeten lezen, heb ik de volgende mededeling: bekijk deze recensie nadat je de laatste bladzijde hebt gelezen.)
 
Deze link is nogmaals een doorverwijzing naar een recensie, ditmaal in het blad ‘Trouw’.
 
Een interview met Tim Krabbé staat neergepend op deze site. Het werd geschreven door Arjen Fortuin in 2008.
 




Pasgeboren Girafje


Tim Krabbé laat de lezer gissen naar het ‘oh zo wonderbaarlijke’ gedicht van Emile Binenbaum. Ikzelf ga me niet wagen aan het op kaart zetten van dit gedicht, maar laat ‘Pasgeboren Girafje’ een raadsel blijven. Er schuilt immers een groot risico achter omdat het een prachtig gedicht uit de taalgeschiedenis blijkt te zijn. Hoogstwaarschijnlijk zal eender welke poging tegenvallen en vele lezers teleurstellen.
 
Tim Krabbé mag het dan wel niet citeren, een beschrijving geeft hij wel:
“Het werd een gedicht over een pasgeboren girafje dat speelde met een andere giraffe - niet pasgeboren, maar toch jong. Een neef - dat drukte hun verwantschap uit. De duinpan was de savanne in Afrika, de bal was een pluk gras die daar rondwoei, de sierlijkheid van Martes lange benen was de sierlijkheid van de nek van het girafje, haar zichzelf-omschoppende schijnbewegingen waren het gestruikel van het girafje bij het spel met de pluk gras, samen met de neef. Emile stopte er één letterlijke verwijzing in - een beweging van het girafje noemde hij slinks.”
 
Uit: KRABBÉ, T. (2007) Marte Jacobs. Amsterdam: Prometheus, 36-37.
 
Het gedicht speelt een prominente rol in het boek en in de carrière van Emile als dichter. Het is zijn eerste gedicht en direct ook zijn beste. Later wordt hij dichter en publiceert hij nog andere gedichten, maar nooit zo goed als ‘Pageboren Girafje’. Dit gedicht is gericht aan Marte die we kunnen beschouwen als zijn ‘Muze’.
 
In de recensie van Arjan Peters in ‘De Volkskrant’ (zie bericht ‘Recensent aan het woord’) wordt het gedicht vergeleken met  ‘Jonge Sla’ van Rutger Kopland wiens andere gedichten overschaduwd worden door dit ene gedicht. Daarnaast wordt door dezelfde recensent een gelijkenis gezien van het gedicht in Slauerhoffs ‘Voor de verre prinses’.  Andere mensen zijn hier niet zozeer akkoord mee. Ik laat het oordeel aan u.
 
Jonge sla
 
Alles kan ik verdragen,
Het verdorren van bonen,
Stervende bloemen, het hoekje
Aardappelen, kan ik met droge ogen
Zien rooien, daar ben ik
werkelijk hard in.
 
Maar jonge sla in september,
Net geplant, slap nog,
In vochtige bedjes, nee.
 
 
 
 
 
Rutger Kopland
Voor de verre prinses
 
Wij komen nooit meer saam:
De wereld drong zich tussenbeide.
Soms staan wij beiden ’s nachts aan ’t raam,
Maar andre sterren zien we in andre tijden.
 
Uw land is zo ver van mijn land verwijderd:
Van licht tot verste duisternis—dat ik
Op vleuglen van verlangen rustloos reizend,
U zou begroeten met mijn stervenssnik.
 
Maar als het waar is dat door grote dromen
Het zwaarst verlangen over wordt gebracht
Tot op de verste ster: dan zal ik komen,
Dan zal ik komen, iedre nacht.
 
Jan Jacob Slauerhoff

Recensent aan het woord


De winner wint van de loser
                       The Max Pam Globe

 Marte Jacobs, de nieuwe roman van Tim Krabbé, heeft alle kenmerken van een echte Krabbé. De hoofdpersoon is een man alleen, die geconfronteerd wordt met een liefde uit zijn jeugd. Die liefde is destijds op niets uitgelopen, maar door een gebeurtenis in het heden komt de obsessie van toen in al haar hevigheid weer boven. En dan is er natuurlijk de twist aan het eind, waarin alles zich ontvouwt, nadat wij pagina’s lang in spanning zijn gehouden. Maar bovenal is er die specifieke stijl die een Krabbé tot een Krabbé maakt. Eenvoudig van taal, ogenschijnlijk ongelaagd, maar geschreven in de bedoeling om onbewust bij de lezer emoties teweeg te brengen.”

Uit: PAM, M. (2007). De winner wint van de loser. Internet. Geraadpleegd op 9 februari 2014 via http://www.maxpam.nl/2007/10/de-winner-wint-van-de-loser/.

 

Benen die mooi konden worden
                 Peters Arjan, De Volkskrant

Zo bezien is Marte Jacobs niet alleen een gethematiseerde frustratie van de schrijver Krabbé, maar een afrekening met álle schrijverij, die de ware wonderen en tragiek alleen maar ijdel kan omcirkelen.

Knap gedaan weer, en ook een tikje pijnlijk, vooral voor de morsdode aanleiding van dit alles, de muze van een evergreen, het Girafje, het Meisje, met die benen die voor altijd onvolgroeid blijven, verstard in de belofte.

Uit: ARJAN, P. (2007). Benen die mooi konden worden. Internet. Geraadpleegd op 9 februari 2014 via http://www.volkskrant.nl/wca_item/boeken_detail/453/73082/Marte-Jacobs.html.


Tim Krabbé does it again
                 Bas Belleman, Trouw

 Misschien laat Krabbé de deur iets te eenvoudig in het slot vallen. Er blijft nog genoeg reden tot twijfel. Emile heeft bijvoorbeeld twee gedichten voor Marte geschreven. Het eerste is klassiek geworden, maar het tweede was niet best. Waarom is dat tweede gedicht niet gelukt? En wat heeft dat met Marte’s dood te maken?

Maar zo’n vraag kán alleen bij je opkomen als het personage levensecht is geschilderd, als je hem bij wijze van spreken de hand hebt mogen schudden. Dat heeft Krabbé mooi voor elkaar gekregen.

Uit: BELLEMAN, B. (2007). Tim Krabbé does it again. Internet. Geraadpleegd op 9 februari via http://www.trouw.nl/tr/nl/4512/Cultuur/archief/article/detail/1659366/ 2007/10/20/Tim-Krabbe-does-it-again.dhtml.







Metaproza
     Jozien Sas  (eigen waardering)
 
Dit zijn een paar fragmenten genomen uit enkele recensies. De recensenten verkondigen een positieve mening over het boek ‘Marte Jacobs’. Persoonlijk was ik ook laaiend enthousiast over dit boek. Ik had het uitgekozen voor twee redenen. Ten eerste was ik al bekend met de schrijver Tim Krabbé door ‘Het Gouden Ei’ en ten tweede was het een relatief dun boek. Ik begon te lezen met niet al te hoge verwachtingen.
 
In het begin moest ik me worstelen doorheen het verhaal. Dat lag niet aan het taalgebruik, dat tevens alledaags en eenvoudig was, maar door de sprongen doorheen de tijd. Emile is immers aan het begin 60 jaar oud. Dit is ook zijn leeftijd op het einde. Daartussen wordt er teruggeblikt naar zijn ‘wilde’ jaren. Eenmaal wanneer het verhaal op gang was (ongeveer wanneer het leven van Emile als puber werd beschreven), was ik verdiept in mijn eigen leeswereld. De onbereikbare liefde omwille van het leeftijdsverschil intrigeerde me. Ik wou als lezer dat Emile en Marte een koppel zouden worden, maar het lot besliste anders. In het begin kreeg de lezer immers de informatie dat hun relatie tragisch zou eindigen met een zelfmoord. Tim Krabbé wist ondanks die ‘spoiler’ wel de spanning hoog te houden. Zo wordt de lezer bijvoorbeeld nog niet op de hoogte gebracht van de reden van de zelfmoord waartoe het hele verhaal de lezer leidt. In de weg naar de verrassende twist krijgt de lezer nog heel wat (suggestieve) informatie die uiteindelijk als puzzelstukjes in elkaar zullen vallen. Een ander element waarmee de spanning te snijden is, is het gedicht ‘Pasgeboren Girafje’ dat zeer veel lof kent, maar nooit aan de lezer getoond wordt. Als lezer was ik enkel op de hoogte van wat het gedicht inhield en dat het erg in de smaak viel, maar zelf kreeg ik het gedicht nooit te lezen. (zie bericht ‘Pasgeboren Girafje’)
 
Doordat het verhaal en de personages niet ver weg van mijn bed stonden, kon ik me bovendien werkelijk inleven. De beschrijving van de personages door Tim Krabbé levert natuurlijk ook een grote bijdrage aan dat inlevingsvermogen.
 
Daarnaast vond ik het mooi hoe Tim Krabbé een fenomeen uit de oudheid, namelijk de ‘Muze’, toepaste in zijn hedendaags boek. Ook de tragische ondertoon dat deze liefde geen ‘happy-end’ kent, charmeerde me, hoewel het ook erg cliché kan aandoen.
 
Tot slot was er nog een ander element dat ik merkwaardig vond. In poëzie kom ik het vaker tegen, maar in romans was ik het nog niet tegengekomen: een boek over een auteur, over een dichter en zelfs soms over een boek. Analoog met metapoëzie zou men kunnen spreken over ‘metaproza’.
 
De spanning is te snijden doorheen het leesproces, in de positieve zin. Het boek leest als een trein door die spanning, maar ook door het inlevingsvermogen, het intrigerende thema en andere elementen. Kortom, ‘Marte Jacobs’ van Tim Krabbé is een echte aanrader.

Algemene informatie



Titel:
Marte Jacobs
Auteur:
Krabbé Tim
Jaar uitgave:
2007
Uitgeverij:
Prometheus
Publicatieplaats:
Amsterdam
Aantal blz.:  
166
Genre
Psychologische roman (fictie)








   Synopsis
Marte Jacobs is het on(be)grijpbare meisje dat het leven beheerst van de dichter Emile Binenbaum. Althans, zijn liefde voor haar houdt hem in de ban. Op 16-jarige leeftijd ontmoet hij haar voor het eerst tijdens een spelletje voetbal. Vervolgens komen ze elkaar tegen op het ‘Amsterdams Lyceum’ waar hij zijn eindexamenjaar voltrekt, zij haar jaar als brugklasser. In het begin is de relatie eerder afstandelijk. Wanneer hij dan 21 is, vinden ze opnieuw contact met elkaar. Op die manier ontstaat een zeer bijzondere relatie met onder andere ‘kronkeltochten’ doorheen Amsterdam. Ze verliezen elkaar echter weer uit het oog. Het feest van het honderdjarig bestaan van het Amsterdams Lyceum geeft dan weer een aangelegenheid voor een laatste ontmoeting. Zij, 18 jaar, en hij, 25 jaar, lijken voorbestemd om de rest van hun leven samen door te brengen. Nog eens vijfendertig jaar lang maakt zij deel uit van zijn leven waarna vervolgens de ontknoping volgt met een hoofdrol weggelegd voor de schoolvriend van Emile.